Al mijn hele leven ben ik geinteresseerd in hoe we als mens werken en het behalen van succes. Waaorm handelen of denken we op een bepaalde manier. Waarom is het soms zo voorspelbaar wat we als mens doen en hoe kunnen we het zo sturen dat ons helpt met ons eigen succes te behalen? Als life coach staat voor mij deze laatste vraag centraal: Hoe zorg je ervoor dat je succesvol wordt in jouw leven? Een vraag die soms meer vragen oproept dan antwoorden geeft. Want, hoe weet je wat jouw succes is, wanneer weet je dat je het hebt bereikt en waarom hebben we moeite te doen wat nodig is?
In dit blog gaan we in op deze onderwerpen. Aan de hand van voorbeelden van succesvolle mensen, psychologische theorieen en praktische tips word je geholpen stap voor stap te werken naar het bereiken van jouw doelen en het najagen van je dromen.
Deel 1
In de komende twee blogs ga ik in op het samenspel tussen lichaam en geest. Beide communiceren met elkaar, maar we zijn ons eigenlijk alleen bewust van ons lichaam wanneer pijn wordt gevoeld en we maken met ons hoofd de hele dag beslissingen waarvan 95% ook nog eens onbewust is. Kan dat niet anders? In deze blogs neem ik je mee naar één van mijn mooiste ervaringen en grootste levenslessen over hoe je het lichaam kunt uitdagen, lichamelijk stress en pijn komt ombuigen, hoe je bewust kunt kiezen met het hoofd en ervoor zorgen dat jij bepaald of je je doel haalt of niet.
21 september 2017 13:53 plaatste ik een foto op Instagram. Een foto van mezelf, grote smile, zonnebril en blauwe bandana op m’n hoofd. Op de achtergrond een blauwe lucht met besneeuwde bergtoppen. Daar zat ik samen met Arno Ruijzenaars, Joost van Veldhuizen, Wijnand Verhoeven en onze 2 gidsen Stefan en Norbert op de enige grens tussen Frankrijk en Italië die op 4810 meter hoogte ligt, ‘The Summit of The Mont Blanc’. Een geweldig moment voor degene die niet last hadden van hoogteziekte en een moment om nooit meer te vergeten, want wanneer je daar staat voel je jezelf op de top van Europa, wat ook letterlijk zo is. Toch is niet het moment van de top me het meest bijgebleven. De beklimming leerde me namelijk bijzondere lessen.
Wanneer je op de top bent heb je een uitzicht van kilometers besneeuwde bergtoppen. Zittend in de sneeuw met een onbewolkt hemel genoten we van onze prestatie. ‘Hebben we even geflikt’ zei Arno, de initiator en natuurlijk leider van de groep, tevreden. ‘Nog even naar beneden en dan is het weer voorbij’. Eén van de gidsen lachte en zei: ‘We zitten nu 2/3 mannen, hou je hoofd erbij.’
Voor wie ooit een berg heeft beklommen boven 3500 meter hoogte zal het herkenbaar zijn dat dit fysieke en mentale uitdagingen is waarbij altijd eigen grenzen verlegt worden. Het maakt niet uit hoevaak je een berg hebt beklommen, het wordt nooit makkelijk. Het is een gevecht tussen lichaam, geest en de natuur. Zo was ook mijn eerste echte ervaring met bergbeklimmen alles behalve makkelijk. Sterker nog om 07:00 ’s ochtends leek het er op dat ik de top helemaal niet zou halen. Op de moment vroeg ik me af of ik het dan zo verkeerd ingeschat, ik was toch wel redelijk voorbereid?
Het begon in april 2017 was ik voor een klus met Tosti Creative naar Milaan. We deden een opdracht voor LEFF AMSTERDAM tijdens de Design week. In de avond gingen we uit eten met het team van LEFF. De eigenaar was een chille, sportieve gast, Arno. Na 30 minuten kwamen we er al snel achter dat we beide van een uitdaging houden. Arno vertelde dat hij in september de Mont Blanc ging beklimmen. ‘Dit lijkt mij ook nog wel vet om te doen’ gaf ik aan. ‘Nou ga mee dan’ zei Arno vastberaden. Waarop ik (onder het genot van een fles wijn) volmondig ‘Ja natuurlijk’ antwoorde.
Vier weken later zat ik in een app-groep genaamd ‘Mont Blanc 2017’, met de vraag of ik nog steeds mee wilde? 2 seconden nadenken en toen: ‘Uiteraard, heel vet!’
En zo zat ik 7 dagen voor vertrek richting Chamonix, het plaatsje aan de voet van de Mont Blanc, aan een tafel in de woonboot van Arno. Vier ondernemende gasten; Joost, Arno, Wijnand en Gerben, en één van onze twee gidsen; Norbert. 53 jaar, commando, gespecialiseerd in het beklimmen van bergen en vriend van Arno’s ouders.
We namen kort met elkaar door welke uitrusting er nog gehaald moest worden, wat de weersverwachtingen waren, hoe de week eruit ziet en hoe iedereen z’n fysieke gesteldheid is. Op de laatste vraag reageerde iedereen tevreden, met de kanttekening dat er niet specifiek voor de tocht getraind was. ‘Het is allemaal mentaal’ zei Joost, ‘knop omzetten en gaan’. Dat leek mij ook de manier en in combinatie met mijn wekelijks 3 keer sporten kon het niet al te moeilijk zijn, toch?
Nog een grote lach.
De weekplanning:
Dag 1: Trainingsdag. Een wandeling met 1200 hoogtemeters omhoog en dalen.
Dag 2 en 3 : Trainingsdagen. In totaal 1600 hoogtemeters op en neer, slapen op hoogte en oefenen met de uitrusting.
Dag 4: Beklimmen van de Mont Blanc naar 3200 meter hoogte.
Dag 5: Naar de top van de Mont Blanc (4810m) en weer terug naar 3800 meter hoogte.
Dag 6: Terug naar Chamonix (1000 m) en uit eten.
De eerste 3 dagen waren relatief makkelijk. Het was heerlijk om door de bergen te lopen in een ontspannen tempo. Bergbeklimmen gaat namelijk niet over snelheid, maar om te zorgen dat je hartslag niet volle touren maakt. Beter iets langzamer en met verstand naar boven, dan snel maar gedesoriënteerd (overigens een mooi metafoor voor het leven). Ook de training met uitrusting was geweldige. Lopen op ijzers, tegen ijswanden opklimmen, dalen in gletsjers en leren vertrouwen op je team, de uitrusting en jezelf. Het leek allemaal niet te moeilijk te worden om de de top te bereiken. Alleen bleek dat wat minder waar.
Op dag vier begonnen we aan de beklimming richting de top van de Mont Blanc. In totaal zo’n 13 uur klimmen en 7 uur dalen, verdeelt over 3 dagen. Iedereen was er klaar voor, rugzakken waren gepakt en beginnen.
De eerste 2 uur waren goed te doen en de sfeer zat er goed in. Helaas merkte ik daarna al snel dat ik af en toe wat achter liep op de groep. Dit zorgde voor een interne strijd met mezelf. ‘Je bent marinier, waarom loop je niet voorop?’ ‘Hoezo ben je minder fit dan die andere gasten?’ ‘Onee, ik heb wat extra water, dus het logisch dat ik wat achterop loop’ (omdat ik hevig zweet had ik wat meer water meegenomen). Je leest het al, allerlei gedachten van eigen verwachtingen, tot redenen waarom het niet erg is gingen door m’n hoofd. Intussen merkte ik dat m’n lichaam het steeds zwaarder kreeg, wat toch zorgen opwekte aangezien dit slechts dag 1 is. Morgen zitten we op een nog grotere hoogte en hebben we een nog langere tocht. Hoe the f… ga ik dat halen?
Na 5 uur klimmen kwamen we uiteindelijk bij de hut aan. Ik was echt HE-LE-MAAL gesloopt en wilde zo snel mogelijk zitten. Voordat dat kon moesten we buiten onze tent opzetten (dit had voornamelijk de rest gedaan) en daarna konden we snel naar binnen om wat te eten.
Na 1,5 uur rust en goed eten voelde ik me weer wat beter. Ik vroeg mezelf steeds meer af: waarom ik het zo zwaar had en de rest totaal niet. Was het een mentale strijd? Had ik dan toch echt meer kilo’s in m’n rugzak? of was ik fysiek zoveel minder sterk dan ik dacht? En als ik nu al moeite heb, red ik het morgen dan wel?
De conclusie uit die dag was dat ik door ‘gewoon’ niet te stoppen uiteindelijk toch bij de hut was aangekomen. Dus fysiek was dit blijkbaar wel mogelijk, alleen was ik buiten m’n comfortzone gegaan door in de bergen, in de sneeuw en met bepakking te lopen. Onbekend terrein voor m’n lichaam. Maar door langzaam, stap voor stap richting het doel te gaan had ik, ondanks heel veel moeite, het toch gehaald.
De vraag, of het verstandig is om de volgende dag ook verder te gaan?
In m’n volgende blog zal ik verder ingaan op de strijd die m’n lichaam en hoofd tegen de natuur bevochten. De weg naar de top was er één van ups en downs, maar daar de volgende keer meer over.